Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Op 24 maart was het Kennisbureau van BIJ1 aanwezig bij een rondetafelgesprek over de Wet Politieke Partijen (WPP), georganiseerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Wet op Politieke Partijen is een aangekondigd wetsvoorstel van het kabinet Rutte III en gaat bijvoorbeeld regels rondom transparantie van financiële stromen binnen politieke partijen, maar ook de regulering van verkiezingscampagnes. Het doel van de WPP is om de wettelijke kaders waarbinnen partijen opereren te vernieuwen en vollediger te maken.
Voor dit specifieke gesprek–onderdeel van een reeks gesprekken met experts en belanghebbenden–waren vertegenwoordigers van wetenschappelijke bureaus uitgenodigd. Tijdens het rondetafelgesprek zijn meerdere onderwerpen ter sprake gekomen. Hoewel de meningen uiteraard uiteenlopen, was er ook vaak eensgezindheid.
Een van de belangrijke aandachtspunten was de onafhankelijkheid van de wetenschappelijke instituten (WI’s), zoals het Kennisbureau. Zij moeten onafhankelijk en zelfstandig van de moederpartij kunnen opereren. Subsidies worden daarom bij voorkeur onafhankelijk van de partij toegekend, waarbij er ook aandacht moet zijn voor de “vaste voet”. De WI’s zijn nu voor een belangrijk deel afhankelijk van zetelaantallen, waardoor het budget nogal kan fluctueren. Tijdens het rondetafelgesprek waren verschillende WI’s het over eens dat het goed zou zijn om de subsidie minder afhankelijk van zetelaantallen te maken. Dit zou er tegelijkertijd voor zorgen dat dat WI’s minder tijd kwijt zijn aan het garanderen van hun eigen bestaansrecht, waardoor langetermijnprojecten weer mogelijk worden.
Het advies van de gezamenlijke vertegenwoordigers aan het Ministerie was dus om te kijken naar andere financieringsmethoden, die de stabiliteit en zelfstandigheid van WI’s kunnen vergroten. Martijn Dekker bracht namens CRS ook nog een punt over de financiering van nieuwe WI’s in: “Omdat de subsidie aanvankelijk slechts voor 80% wordt toegekend, en 20% achteraf, moet een nieuw WI op zoek naar een externe geldschieter om in het eerste jaar toch volledig van de subsidie gebruik te kunnen maken. Omdat dit in de meeste gevallen de moederpartij is, komt de autonomie in het geding.” De aanwezige beleidsmedewerkers van het Ministerie gaven aan dit punt ook zeker in overweging te nemen.
Het was al met al een interessante bijeenkomst en voor CRS een mooie (eerste) gelegenheid om kennis te maken met de andere WI’s.